ARNHEM - De rechtbank veroordeelt een man uit Turnhout en een man uit Enschede tot een gevangenisstraf van 2 jaar voor het uitoefenen van dwang, diefstal van geld, wederrechtelijke vrijheidsberoving en poging tot afpersing. De man uit Turnhout wordt ook veroordeeld voor mishandeling. De rechtbank spreekt een man uit Wijchen vrij van betrokkenheid bij de ontvoering en afpersingspoging.


De man uit Turnhout en de man uit Enschede stalen op 8 juni 2024 in Turnhout van het slachtoffer een geldbedrag van 800 euro en maakten op het schip van het slachtoffer een belasterend filmpje. Daarmee dwong het duo vervolgens het slachtoffer om zijn telefoon af te geven en bij de mannen in de auto te stappen. De mannen reden met het slachtoffer naar Nederland. Zij probeerden hem daar in een woning in Wijchen af te persen door hem met geweld te dwingen een geldbedrag af te geven. Ze sloegen daarbij het slachtoffer met een ploertendoder. Nadat de mannen met het slachtoffer de woning in Wijchen weer verlieten vluchtte het slachtoffer. Tijdens die vlucht mishandelde de man uit Turnhout het slachtoffer met een ploertendoder.

De rechtbank vindt ook bewezen dat de man uit Turnhout en de man uit Enschede het slachtoffer van 8 op 9 juni 2024 in België en in Nederland tegen zijn wil van zijn vrijheid beroofden. De rechtbank oordeelt dat de mannen een ernstige inbreuk op de persoonlijke vrijheid, de persoonlijke levenssfeer en de lichamelijke integriteit van het slachtoffer maakten.

Celstraf

De rechtbank legt de mannen twee jaar gevangenisstraf op met aftrek van voorarrest. Zij komt daarmee tot een lagere straf dan werd geëist door de officier van justitie. Dit komt omdat bij soortgelijke strafbare feiten waar een hogere straf wordt opgelegd het geweld dat is gebruikt aanzienlijk ernstiger is.

De rechtbank wijst de vordering van de benadeelde partij in beide zaken deels toe. Het smartengeld is door de rechtbank vastgesteld op een lager bedrag dan verzocht. Bij de bepaling van de hoogte is door de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van de feiten en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen.

Vrijspraak

De rechtbank spreekt een man uit Wijchen vrij. De rechtbank oordeelt dat onvoldoende is komen vast te staan dat deze man aan de delicten een intellectuele dan wel materiële bijdrage van zodanig gewicht heeft geleverd dat hem het medeplegen van de delicten kan worden verweten. De rol van de man zou volgens de rechtbank hoogstens kunnen worden geduid als medeplichtigheid. Omdat de man slechts medeplegen werd verweten, is hij hiervan vrijgesproken

De benadeelde partij is in de zaak van de man uit Wijchen met betrekking tot de schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard vanwege de vrijspraak.